In Memoriam Harry Jas
In maart van dit jaar moesten we helaas afscheid nemen van Harry Jas. Hij werd slechts 67 jaar.
Harry begon zijn werkzame leven als machinist op de grote vaart en stapte later over naar AKZO Arnhem.In 2016 werd hij vrijwilliger bij De Tuut en vond al direct in Harry Teunissen een maat om prettig mee samen te werken Deze vriendschap hield stand tot het moment waarop Harry ernstig ziek werd. Omdat Harry Teunissen in Zeddam en Harry Jas in Westervoort woonde, waren ze ook voor het vervoer op de donderdagen en tijdens stoomweekenden eigenlijk tot elkaar ‘veroordeeld’.
Harry had veel technische kennis en wist haast nóg meer van stoom en alles wat daarbij komt kijken. Hij werd dan ook al snel benoemd tot hoofdmachinist van De Tuut, waar hij vooral opviel door zijn nauwgezetheid en prettige manier van omgang.
Naast het werk als hoofdmachinist knapte hij, samen met die andere Harry en de overige vrijwilligers, menige klus op zoals het gereed maken van de ketels voor de tweejaarlijkse keuring en het welbekende klinknagelonderzoek.
Privé was Harry een trouwe supporter van Vitesse, trok telkenjare tijdens de vakanties met de caravan naar Italië, bracht er heerlijke kruiden mee van terug en bakte voor oudejaarsavond lekkere oliebollen. Bovendien speelde hij niet onverdienstelijk gitaar.
Harry, rust in vrede! We zullen je node missen.


In memoriam Hans Knoop.
Dinsdag 6 augustus hebben we helaas afscheid moeten nemen van één van de nestors en tevens markantste leden van onze vrijwilligersclub: Hans Knoop. De herdenkingsdienst vond plaats in crematorium Waalstede te Nijmegen .Hans werd in 1938 geboren uit Nederlands Duitse ouders die zich in 1946 vanuit Duitsland in Nijmegen vestigden. Niet eenvoudig voor een zevenjarig manneke dat – zo kort na de oorlog – met een zwaar Duits accent sprak. Hans heeft zijn werkzame leven aan de techniek besteed en reageerde mede daardoor in 1997 positief op een oproep van de Stichting Baet en Borgh om vrijwilligers voor de restauratie van Stoomgemaal ‘De Tuut’. We kennen De Tuut nu als het volledig gerestaureerde industriële monument, maar dat was in de jaren negentig van de vorige eeuw wel even anders. Van de toen – door jarenlange verwaarlozing – enorme puinhoop werd door een tiental pioniers, waarvan Hans er één was, de oude installatie weer tot leven gewekt. Hans vernieuwde in z’n eentje het deplorabele pijp- en leidingenwerk van de installatie, zodat dat weer aan de eisen van de stoomwet voldeed. Daarnaast was hij als lasser onvervangbaar. Toen deze klus geklaard was besteedde hij zijn tijd vooral aan het vele schilderwerk, verzorgde de inkoop van ons ‘Stoomcafé’ en was gids/rondleider. Dit laatste deed hij vooral dán bevlogen als er zich charmante dames onder zijn toehoorders bevonden. Tijdens de stoomweekeindes en schoolbezoeken bemande hans de smederij en gaf er duidelijk blijk van over didactische kwaliteiten te beschikken. Nog levendig herinner ik mij de hilarische momenten als hij kinderen bij het smeedproces betrok. Hans merkte in de beginjaren van de restauratie van het gemaal wel eens op dat hij het gevoel had zich als vrijwilliger voor het oostfront opgegeven te hebben. Deze opmerking moet je zien in het licht van Hans’ voorgeschiedenis. Zo ook zijn opmerking: “Als ik donderdags ’s ochtends wakker word sta ik voor de keuze: Ga ik óf naar De Tuut óf pleeg ik suïcide?”Hans had meer typische opmerkingen. Zo noemde hij de Zuid-Europese en Noord-Afrikaanse emigranten zuidvruchten, onze minister van milieu een milieuterrorist en citeerde hij graag uitspraken als die van b.v. Einstein: “Er zijn slechts 2 dingen oneindig; het heelal en de menselijke domheid, maar van het heelal staat het nog niet vast!” Hans was een belezen man. Filosofen als Kant, Nietzsche en Schopenhauer waren hem niet vreemd, terwijl vooral historische werken als die van Geißler, Dikötter en De Jong zich in zijn aandacht mochten verheugen. Van 2003 tot en met 2012 maakt Hans deel uit van het dagelijks bestuur van de Stichting Baet en Borgh en is daar ervaren als een prettige, niet moeilijk doende collega die nooit te beroerd was zijn handen eens extra uit de mouwen te steken, maar die wel op zijn strepen bleef staan .Na zijn definitieve afscheid van De Tuut maakt het bestuur van de Stichting Baet en Borgh Hans’ belangeloze en bijzondere inzet kenbaar bij de burgemeester van Nijmegen. Op diens advies heeft het de koning toen behaagd Hans te benoemen als lid in de Orde van Oranje Nassau. De versierselen die hierbij horen werden Hans opgespeld en overhandigd op het Hollands-Duitsgemaal. Toch nog met één been in het Duitse water? Al met al een bijzonder prettige collega die ons nog lang al heugen